Deze recensie verscheen in het eerste nummer van Ons Erfdeel voor 2013.
Winst is het tweede deel van een nog
te voltooien trilogie. Na de magistrale roman Wij (2009), breit Olyslaegers verder aan wat een ‘drieluik over
onze ontspoorde tijd’ moet worden. Het kan geen kwaad om Wij er nog eens bij te nemen alvorens Winst aan te vatten, al laat Winst
zich ook zonder die voorkennis lezen.
Olyslaegers’
verteller Donald maakte bijvoorbeeld al zijn opwachting in Wij, als zoon van de bezeten cartoonist Georges. In Winst is het bangige kind van toen
uitgegroeid tot een midlife
kunsthandelaar. De tijden zijn grondig veranderd: speelde Wij zich nog af in een half-mythisch Spanje tijdens de recordzomer
van 1976, dan verplaatst de actie zich in Winst
naar een niet zo verre toekomst. De euro is gecrasht en vervangen door de
Euromark, wat er van de Europese Unie overblijft is niet zo heel erg duidelijk
en in Berlijn worden de eerste aanslagen gemeld van zogenaamde Abschied –
Akkus, zelfmoordterroristen voor Europa. De crisis is permanent geworden, de
welvaartsstaat wacht op euthanasie, privacy is weggeschonken ten voordele van
een vermarkte ‘transparantie.’ Boven het continent verzamelt zich een
hogedrukgebied in de vorm van de letter omega; Olyslaegers draait zijn hand
niet om voor een stevige metafoor meer of minder.
Ook
veertiger Donald heeft betere tijden gekend. Ooit bouwde hij zijn faam als
kunsthandelaar op door een groep jonge kunstenaars samen te brengen onder de
veelbetekenende noemer Netwerkgeneratie. De tijd is hem beginnen inhalen, zijn
reputatie en financiën staan onder druk. De raadselachtige geldschieter Pluim
engageert Donald niettemin voor een reusachtige kunsttentoonstelling in
Berlijn. Thema: “Wij.” Proef de
ironie in het sponsorcontract van de Neue Euopäische Bank dat dit alles
mogelijk maakt. Het Netwerk gaat aan het gonzen, een onaf verleden staat Donald
op te wachten.
“Erbij
horen” is Donalds neurose. Duizenden connecties, een Netwerk, ontmoetingen,
contacten kunnen hem niet van de indruk bevrijden dat het échte feest steeds
elders plaatsvindt, dat er hem steeds iets cruciaals ontsnapt. Wij. Gij niet dus, zoals Olyslaegers zo
vaak herhaalde in zijn columns voor de krant De Morgen. Donald lijkt het netwerken nochtans in de vingers te
hebben. Hij is op het eerste zicht letterlijk en figuurlijk branché, maar voor hoelang nog?
Onvermijdelijk wemelt het in Winst
van de smartphones, apps, en statusupdates. Ook Donald maakt gretig – of is het
steeds meer noodgedwongen? – gebruik van al deze gadgets. Maar Olyslaegers
slaagt erin het onvermijdelijke jargon van deze moderne communicatiemiddelen
moeiteloos in zijn stijl te integreren.
De
malaise gaat echter veel dieper. Immers: in Donalds leven ligt steeds het beest
ligt op de loer. Zijn angstvisoenen worden geteisterd door draken, bokken en
(Vlaamse?) leeuwen. Het beest is een oude bekende, in zekere zin een vriend van
de familie, het breekt het ijs tussen Donald en de lezer. En het heeft geen haast, het wacht 343 bladzijden
lang geduldig op de déconfiture.
Daarnaast
wordt de vertelling bevolkt door een bont gezelschap van medespelers. Er is
Donalds ex Amanda, zijn zestienjarige zoon Angelo. Er is de kunstenaar-annex-verpleger
Dennis, de neurotische Nathalie. Zlogonje, de Slavische geweldenaar die begin
jaren ’90 aan de kost kwam als sluipschutter in de Balkan en daarna onder de
naam Dark Master een vaste stek verwierf als kunstenaar in Donalds Netwerk,
ondanks wederzijds wantrouwen. Gaandeweg ontpoppen al deze personages zich tot
medevertellers. Geen overbodige luxe: hoe kom je als lezer anders te weten wat
er zich afspeelt buiten Donalds paranoïde blikveld? Als geen ander verstaat
Olyslaegers echter ook de kunst om zij lezers van de weeromstuit te doen twijfelen aan de
betrouwbaarheid van die vertellers. Eén vragend terzijde volstaat om het spoor
tussen droom en werkelijkheid bijster te raken. Trust nobody.
En allemaal
lijken ze betere tijden te hebben gezien. Deze generatie die de mooie jaren
meemaakte waarin je serieus kon beweren dat de geschiedenis zijn eindpunt had
bereikt, ziet zich noodgedwongen verplicht om mee te spelen in een onvoorziene
epiloog. Zelfs Donalds grootmoeder, sinds jaar en dag prijsgegeven aan het
grote vergeten, maakt een spectaculaire comeback en zet schaterlachend de
babyboomers, generation X en Y buitenspel. De tijd doet in deze roman
niet wat hij moet doen, maar maakt de vreemdste bokkensprongen. In de aanloop
naar een endspiel in deel drie van de
trilogie?
In het
tweede deel van de roman bevindt het hele circus zich in Berlijn. Een slordige
dertig jaar na de val van de Muur is de Duitse hoofdstad opnieuw the place to be – een staaltje historische
ironie dat Olyslaegers maximaal weet te benutten. De sfeer van 1989 is weg, dat
wel. Hier broeit iets nieuws, iets gevaarlijks. Een beweging die zichzelf
positief – autonomen noemt, heeft het roer overgenomen. Elk van de personages moet
zich een plaatsje in die groep zien te verwerven. Niet simpel: positief-autonomen
zijn underground op de enige manier
die de losgeslagen netwerkmaatschappij nog toelaat: door zich massaal uit te
loggen. De Duitse hoofdstad brengt voor ieder zijn portie demonen, visioenen,
drugs, onverwerkte verledens. Erotiek en vergeefsheid. Kunstenaars die “Il faut
cultiver notre jardin” op hun buik getatoeëerd hebben staan. Ook hier wordt
Donald bevestigd in zijn rol van buitenstaander. En het wemelt er van de wilde
beesten. Some weird fucking rebellion,
monkelt Zlogonje.
Het
onheil dat vanuit alle uithoeken van Olyslaegers’ vertelling de protagonisten
beloert, laat je als lezer ook dagen later nog niet los. De ontsporing die Winst voorspiegelt is vooral angstaanjagend
omdat ze zo mogelijk is; Olyslaegers hoeft
de al te bekende rampscenario’s van een voortschrijdende economische meltdown
en Europese desintegratie niet eens zo hard naar zijn hand te zetten om zijn
dystopische vertelling naar een conclusie te voeren. “Gelooft u in crisissen?”
vraagt Pluim sarcastisch aan Donald. Is het misschien omdat wij in ons denken
zo verkluwd zijn geraakt met de cirkelredeneringen die via alle mogelijke media
deze crisis begeleiden, dat we Olyslaegers’ scenario zo waarschijnlijk vinden
klinken? Schuld haalt het van winst, elke keer opnieuw. ‘Winst’ is een boek om
schrik van te hebben.
Winst
Bezige
bij Antwerpen, 2012
343 blz.
ISBN 978
90 8542 368 0
Gewoon een degelijke roman en een aanrader in deze jaren, is 'Winst.'
BeantwoordenVerwijderen