zaterdag 30 april 2011

Adventures in Technicolor

Na het heengaan van Kameraad Kodak heeft Editions Migraine het een poos zonder prentjes moeten stellen. Maar daar komt nu verandering in. Gewapend met een toestel dat zo mogelijk nog prehistorischer is dan wijlen Kameraad Kodak struinde uw dienaar het afgelopen jaar rond, spaarzaam schietend en zonder enig idee wat het resultaat zou zijn. Maar genoeg getalmd: een eerste lading beelden. Met een béétje uitleg. Spreken ze niet voor zich?



Het fenomeen Maud Oeyen werd als eerste op de gevoelige plaat vastgelegd, hier op het terras van een welbekend Leuvens café. "Uw roodtinten komen altijd goed uit,"zegt mij de man van de fotowinkel. Geef hem eens ongelijk?


Afgelopen zomer eindelijk nog eens de tijd gevonden om Koksijde te bezoeken, in het gezelschap van Wim en Roxanne. Bij deze foto, genomen op het terras bij Santos, hanteerde Wim de camera.



Geen zomer is compleet zonder een bezoek aan Watou. Deze dame viel te bewonderen in het Blauwhuys. Een foto op goed geluk: geen flits, belichtingstijd op oneindig en afwachten. Soms moet je gewoon chance hebben.

Vergezicht: de Watouse prairie achter het Blauwhuys. Deze camera heeft van zijn baasje de eigenschap overgenomen om de dingen wat donkerder te zien dan ze zijn: op het moment dat deze foto werd genomen, scheen eigenlijk de zon.


Hier stond normaal gezien een foto van Fleur. Plots vond Fleur deze foto niet mooi meer. Foto verwijderd dus. Ik kan haar niks weigeren. 


Zelfportret in het voorlopige redactiehoofdkwartier te Leuven, eind 2010.

Christophe Vekeman in actie bij de doortocht van Tobias Wolff in Antwerpen. In september was dat.


In november liep uw dienaar verloren bij de Leuvense vaartkom, op weg naar een zoveelste gesprek met beroepsbemoeials genre VDAB. Dan maar wat foto's gemaakt. Achteraf op de koffie bij collega Sermeus. Deugd.


En dan, afgelopen april, antichambreren bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent. Buiten brandde een knetterende zon. Binnen, onder het waakzame oog van (onder andere) Hendrik Conscience, was het vreemd koel. Ook hier: een kwestie van het juiste licht.

En zo. Een volgende lading zal niet zolang op zich laten wachten.

woensdag 6 april 2011

Malgré Maigret (bis)

Hedenochtend in Knack Extra: Rik Van Cauwelaert over Simenon:
"En wanneer in die dagen alweer de Nobelkoorts opstak en met grote stelligheid werd voorspeld dat Louis-Paul Boon deze keer echt de Nobelprijs literatuur zou winnen, werd zijn collega Marnix Gijsen steevast op commentaar gevraagd.
Gijsens knorrige antwoord luidde onveranderlijk: "Er is maar een Belg die de Nobelprijs kan winnen: Georges Simenon.' En dat was ook waar. Alleen heeft de Luikenaar Simenon, briljant romancier maar vooral schepper van de Parijse speurder Jules Maigret, die Nobelprijs nooit gekregen. Het is een blijvende schande voor de Zweedse Academie.

Zo is het maar net, vinden ook wij bij Editions Migraine. Simenon had er zelf overigens een handje van weg om zich een weg richting Zweedse lauweren te pronostikeren. Zonder veel succes, doch dit geheel terzijde. Voor Simenonofielen is het editoriaal van Van Cauwelaert in ieder geval een hele opsteker.

zaterdag 2 april 2011

Stempelen met Jeroen

Een nieuwe roman van Jeroen Brouwers, daar wil een mens nog wel eens voor uit zijn kot komen. Dus vrijdagavond gezwind in de tautomobiel gekropen en koers gezet naar boekhandel De Zondvloed in Mechelen, waar Brouwers' boreling boven de doopvont gehouden werd.

Afgeladen vol zit de boekhandel van Brouwerskenner Johan Vandenbroucke. Samen met A., die bij Mechelse omzwervingen wel vaker mijn baken is geweest, vinden we nog net een plaatsje bij de bar, alwaar het zicht op het praat- en interviewgebeuren goeddeels wordt belemmerd door een uit de kluiten gewassen koffiemachine.

Dan maar luisteren. Er hangt een verhaal vast aan dit boek, dat door Brouwers werd afgedaan als een romannetje maar evengoed afklokt op zo'n 300 pagina's. Tien jaar deed Brouwers erover. Het leven liet hem niet met rust in die periode: na de dood van zijn zoon drong "Datumloze Dagen" zich aan hem op, dan was er de polemiek rond de Taalunieprijs die een weerslag vond in "Sysiphus' Bakens" en vervolgens sukkelde Brouwers ook nog met zijn gezondheid. It's been a bumpy ride. Maar vanavond ziet Brouwers er geruststellend goed uit, klaar voor een geanimeerd gesprek.



"Ik weet, Jeroen, dat jij niet van feestjes houdt," klinkt het in de aankondiging. En inderdaad, Brouwers komt bijwijlen kribbig uit de hoek. Het moet zijn dat op je zeventigste het geduld begint op te raken, zelfs temidden van het feest waar je zelf de spil van bent.

Wat Brouwers het meest op de zenuwen lijkt te werken, is de biografische lezing die veel mensen van zijn nieuwste boek geven. Het is verleidelijk om in het hoofdpersonage van "Bittere Bloemen," een grijsaard die nadrukkelijk op weg is naar het einde, de oude meester zelf te zien. Brouwers windt zich er -terecht - in op. Hij maakte zijn hoofdpersoon speciaal tien jaar ouder dan hijzelf, in een setting -een cruiseschip- waar je Brouwers-zelf niet meteen ziet opduiken, net om een dergelijke lezing te saboteren.

Er mag gelukkig ook al eens gelachen worden. Zoals wanneer Brouwers vertelt over Nicole Kidman, die in het boek regelmatig opduikt. "Zolang ik 'Bittere Bloemen' schreef, hing haar portret boven mijn schrijftafel,"klinkt het. "Ik was een beetje verliefd op haar.En die Tom Cruise heb ik erg geminacht." Of over de manier waarop hij zich documenteerde over Corsica: "Titanic" kijken voor de wetenswaardigheden over cruiseschepen, of toevallig blijven hangen bij een Corsica-special van "Vlaanderen Vakantieland."

Na het gesprek volgt een signeersessie. Alhoewel. Brouwers' schrijfhand wil niet meer mee, en dus laat hij zich vanavond bij het signeren bijstaan door Roman, de zevenjarige zoon van huize Zondvloed. Roman mag de boeken voorzien van een stempel, waarin Brouwers' handtekening gegraveerd staat. Een charmante oplossing.



In de lange rij fans die met hun versgekochte boek onder de arm staan aan te schuiven op de trap die naar 's schrijvers tafeltje leidt, treffen we ook R., voor het eerst in lange tijden. R. is de man die me, intussen zowat een decennium geleden, "Vlaamse Leeuwen" in handen duwde. Mag ikzelf sindsdien onvoorwaardelijke Brouwersfan heten, dan heeft R. het nog veel erger te pakken. Hij is, naar hij me toevertrouwt, tegenwoordig zelfs 'een beetje bibliofiel' bezig. Nu heb ik niets tegen bibliofilie, zolang het gebeurt tussen twee instemmende volwassenen, al zie ik mezelf er niet meteen aan beginnen. R. daarentegen duikt in zijn rugzak en haalt er, glimmend van trots, een boekje uit met de titel "Edith Piaf: Lyrische Straatmus." Een boekwerkje uit de tijd dat Brouwers nog broodschrijver was, een boekje waaraan hij liever niet herinnerd wil worden, maar waarin R. toch een handtekening van de meester wil. Hoe bibliofieler, hoe beter.

Zelf ben ik al lang tevreden met de stempel die Roman enthousiast in mijn exemplaar van "Bittere Bloemen" kwakt. A. en ik drinken er een glaasje bubbel bij, rondom 's schrijvers tafeltje is het receptiegebeuren begonnen. Geert Vanistendael loopt er rond, en De Papieren Man hemzelve, halverwege de trap treffen we Peter Mangel Schots en staat ook Y.M. Dangre niet te drummen voor een stempeltje?

A. en ik verlaten het gewoel, want heeft zij mij niet de verkenning beloofd van de Mechelse undergound? Wacht mij daarna niet de zoektocht naar de zoekgelegde tautomobiel en een slaperige rit naar huis?

Liefst van al was ik meteen beginnen lezen.