De Amerikaanse econoom
James K. Galbraith heeft geen hoge pet op met de manier waarop de EU en de VS
de economsiche crisis proberen in te dammen, en dat laat hij tijdens zijn
Brusselse doortocht ook blijken. Een gesprek over vijf jaar crisis, de
terugkeer van business as usual en het rampzalige potentieel van ijzeren
besparingsmaatregelen. “Je moet je afvragen hoelang het duurt eer de situatie
ontaardt in geweld.”
De naam Galbraith
doet bij economen al langer een belletje rinkelen, al was het maar door het
werk van uw vader, die met boeken als American
Capitalism, The affluent society
en The New industrial state kritische
kanttekeningen plaatste bij de ontwikkleing van de Amerikaanse economie in de
nasleep van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog . Zijn er parallellen met de manier waarop u
naar de huidge crisis kijkt?
Ik probeer zo min mogelijk mee te surfen op de reputatie van
mijn vader. Maar ik deel wel zijn overtuiging dat er in de wereld van de high finance eigenlijk nooit echt iets
nieuws gebeurt. Mijn vader legde als een van de eersten een directe link tussen
de beurscrash van 1929 en de Grote Depressie die daarop volgde. We kunnen het
nu amper voorstellen, maar destijds was dat een controversieel standpunt. Er
bestaat zoiets als een cycle of denial:
de negatie van het feit dat een debacle
in de financiële wereld gevolgen heeft
voor de reële economie. Milton Freedman bouwde zijn carrière deels op de
theorie dat niet de beurscrash, maar wel de federal
reserve ( de Amerikaanse schatkist, nvdr) de crisis had veroorzaakt. Uit de crisis van de jaren ’30 kun je echter ook
leren dat enkel een hervorming van het bankwezen niet volstaat om een
economische crisis tegen te gaan. De grote omslag kwam er pas bij de New
Deal medio jaren ’30. Al is de impact
van de maatregelen die toen werden genomen, in de jaren ’90 en 2000 alweer
helemaal uitgehold.
Spreken we in de VS
en Europa over dezelfde crisis?
In essentie wel, ja. Beide continenten zien de groeimodellen
waarop ze sinds de Tweede Wereldoorlog
hun economie baseerden, in elkaar stuiken. Beiden
worden geconfronteerd met wat in essentie een schuldencrisis is. Alleen:
in de VS gaat het voor het merendeel om private schulden, in Europa zijn de
schulden publiek. Privéschulden ebben weg na een tijdje: ofwel betalen mensen
ze uiteindelijk af, ofwel gaan ze failliet en worden ze uit hun huis gezet, met
alle menselijk leed dat daarmee gepaard gaat. Maar dat zijn private
aangelegenheden, geen systemische gebeurtenissen. In Europa is het een heel
ander verhaal. Een land dat zijn schuldenlast niet meer kan dragen, ziet zijn
openbare instellingen bezwijken. Kijk maar naar Griekenland, Spanje en
Portugal.
Wat nu dat institutionele betreft, zijn er ook enorme
verschillen tussen VS en EU. Wie denkt dat de VS het helemaal zonder publieke
instellingen stelt, dwaalt. Er is evengoed een federaal budget, met
ziekteverzekering voor ouderen en armen, een federaal ambtenarenapparaat, een
minimumloon. Kortom: een netwerk van instellingen dat over het gehele continent
voor een zekere stabiliteit zorgt. In Europa daarentegen zie je een continent
met instellingen op het niveau van de lidstaten. Instellingen die bovendien
vooral sterk staan in de economisch sterkere landen van Noord – Europa. In het
Zuiden staan ze traditioneel minder sterk én worden ze nu nog extra onder druk
gezet door de crisis. De effecten van de crisis zijn dus vooral te voelen in
één Europese regio, wat in de VS niet het geval is.
In nogal wat Europese
hoofdkwartieren geldt ‘de buikriem aanhalen’ en besparen als crisisrecept. U bent het daarmee niet
eens?
Besparingswoede zet enkele een vicieuze cirkel in gang van
zelfbegoocheling en zelfvernietiging. Het is misschien waar dat een gezin dat
zich geconfronteerd ziet met schulden, zich uit de schuld kan werken door
minder uit te geven en met het bespaarde geld de schuld af te betalen. Echter, een
staat kan die aanpak niet zomaar overnemen.
Een staatshuishouding hangt af van belastinginkomsten, en die hangen af
van de sterkte van de economie. Blinde besparingen zetten net die
belastinginkomsten onder zware druk. Daardoor raken binnenlandse instellingen
in moeilijkheden, met als resultaat een verslechterd binnenlands
investeringsklimaat, waardoor bedrijven nog meer in moeilijkheden komen. En dan is de vicieuze
cirkel rond. De enige optie die burgers in een dergelijke situatie nog hebben,
is vertrekken, met een brain drain
tot gevolg. Opnieuw is Griekenland een al te treffend voorbeeld.
Hoelang heeft de EU
nog om die situatie recht te trekken?
Who knows? Je moet
je afvragen hoe lang het duurt vooraleer een onstabiele economische en socaile situatie ontaardt in zwaar geweld. De
voortekenen zijn daar. En, nog verontrustender, de precedenten evenzeer. We
kunnen het ons nu nog amper voorstellen, maar toen ik ongeveer 40 jaar geleden
mijn eerste stappen als econoom zette, was iedereen in het wereldje gefascineerd
door Joegoslavië. Toendertijd gold dat als en stabiel land, er werd zelfs
gesproken over ‘het Joegoslavische arbeidsmarktmodel’ zoals men dat nu vaak
doet over het ‘Duitse model.’ We weten echter allemaal hoe het Joegoslavië in
de jaren ’90 vergaan is: geavanceerde samenlevingen zijn niet immuun voor
uitbarstingen van geweld wanneer de interne spanningen onhoudbaar worden.
Hebt u dan een
sluitend anti-crisisrecept?
Eerst en vooral heb je schuldherschikking nodig; de schuld
moet terechtkomen op een plaats waar hij gedragen kan worden. Dat is op zich
niet nieuw: elke grote schuldencrisis eindigt met schuldherschikking, sla je
geschiedenisboek er maar op na. Dat brengt ook een hervorming van het
bankensysteem met zich mee. Daarna moet je inkomsten genereren voor de mensen
in de meest getroffen gebieden. Volgens mij ontbreekt dat cruciale aspect nu
compleet in de Europese aanpak van de crisis. Er zijn wel fondsen voor
regio-ondersteuning, maar die zijn enerzijds te klein, en anderzijds ontbreekt
in een aantal van de meest getroffen lidstaten gewoon de knowhow om die fondsen
effectief in te zetten. Idealiter omzeil
je de nationale besturen en zorg je dat het geld rechtstreeks bij de mensen
raakt. Een aanpak die kortom erg doet denken aan de New Deal in de jaren ’30:
Roosevelts crisisplan, met grote publieke investeringen, zorgde ervoor dat het
sterk verarmde, rurale Zuiden van de VS weer een mate van economische
stabiliteit kreeg.
Het Keynesianisme
maakt voorwaar weer opgang?
Een trend die ik met nogal wat argwaan bekijk. De crisis
duurt nu al ongeveer 5 jaar. In de eerste jaren na de crisis waren nogal wat
economen ervan overtuigd dat we er vanzelf weer uit zouden komen. Ik kan niet
zeggen dat de feiten hen tot nu toe gelijk hebben gegeven. De vraag die ik die
neo-Keynesianen wil voorleggen is dan ook de volgende: willen jullie het
Keynesiaanse model tot in zijn consequentie uitvoeren, of moet het enkel dienen als een snelle
injectie stimulantia om zo snel mogelijk weer business as usual te kunnen doen, kortom: terug te keren naar de
praktijken die uitgerekend deze crisis hebben veroorzaakt? Vergelijk het met een doodzieke patiënt op de
spoedafdeling. Uiteraard zal die zich beter voelen na een dosis opwekkende
medicatie, maar om nu te zeggen dat hij genezen is?
Intussen ziet het er
niet naar uit dat de actoren die de schuldencrisis vijf jaar geleden mee op
gang brachten, een straf te vrezen hebben.
Strikt criminele vervolging hangt de meesten inderdaad niet
boven het
hoofd. Niettemin zie je in de VS toch een massa fraudeclaims tegen
grote bankinstellingen, zoals Bank of America, dat met Countrywide misschien
wel het meest fraudeleuze hypotheekproduct uit het hele subprime - gamma in de portefeuille had. Er zou 300 miljard dollar aan claims op het spel
staan. Zelfs naar Amerikaanse bankiersnormen is dat hoegenaamd geen peulschil.
En die aantallen zal enkel nog toenemen.
Tot slot: Barack
Obama begint aan zijn tweede ambtstermijn. Wat kan hij doen om de crisis in
eigen land, maar waarschijnlijk ook daarbuiten, in te dammen?
We weten momenteel niet eens hoe het Witte Huis om zal gaan
met Obama’s opmerkelijk sterke
herverkiezing. Vergeet niet dat er tot midden afgelopen zomer rekening werd
gehouden met een overwinning voor de Republikeinen. Nu Obama ook een sterke
Senaat achter zich heeft, zie je dat ook de verdedigers van
socialezekerheidsprogramma’s als Medicare en Medicaid een tweede adem vinden.
Alleen: we weten dus niet hoe Obama daarop zal reageren. Tijdens de vorige
legislatuur moest er heel wat water bij de wijn gedaan worden om zijn
beleidsplannen goedgekeurd te krijgen ten overstaan van een hoofdzakelijk
vijandig Huis van Afgevaardigden. Nu liggen de kaarten heel anders. Met een
sterkere politieke verankering van de Democraten, zou het vanaf januari wel
eens heel snel kunnen gaan met Obama’s crisisbeleid.
Reacties
Een reactie posten