maandag 30 maart 2009

Lieve Liv

Vanochtend werd ik wakker en de zon scheen. De eerste lenteochtend van het jaar. Het was niet koud, maar plagerig fris. Er stond geen wind. En er was lentezon, wat het tegenovergestelde is van herfstzon. Het is licht dat blijft liggen.

En toch was het weer vechten om op te staan. Het went nooit, alleen ontwaken. Zelfs als je nooit anders hebt gekend. Het went nooit. Het was vechten om die ogen open te spalken, vechten om de dekens terug te slaan, de weerzin te overwinnen voor mijn eigen blote voeten op de koude vloer. En vechten tegen het eerste woord van de dag, dat ook het laatste is: Liv.

Een tijdje terug was ik aan zee. Op het strand de bekende keuze, die geen keuze is: linksaf, of rechtsaf, maar daarna alleen nog maar rechtdoor. Het was er koud en nat en guur; ik had er niets te zoeken. En pas veel later kwam het besef: altijd weer kom ik te laat, zijn er alleen nog jouw onvermoede voetsporen om in te treden, straathoeken waarachter je net verdwijnt, binnenplaatsen en een laatste vleugje van je parfum. A waft of air en dan niets meer.

“Liv” zeg ik. “Liv,Liv,Liv,Liv,Liv,Liv.”

Was ik maar telkens sprakeloos geweest,verboden aan te plakken, in plaats van die schaarse momenten vol te kladden met bubbels van niets, met de haken en ogen van de automatische piloot, met het gekwaak van die kikker in mijn keel, met…met…

Na de laatste keer kwam ik thuis en hing er één haartje van jou in het velours van mijn jas.

Rien ne va plus dezer dagen. Dit soort ochtenden blijkt dodelijk te zijn,ondanks de lente en ondanks het licht. Net op dagen als vandaag, zo zegt de radio, zit de lucht bomvol rotzooi. En ik stap naar buiten, adem met volle teugen en denk dat het helpt en dat het zo gezond is. Ik kan geen kant meer op.

Was je er echt al die tijd, Liv? Heb ik jou al die tijd maar op een haar na gemist? Heb je het geweten en heb je het zo gewild? Weet het mij te zeggen. Het went nooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten