Doorgaan naar hoofdcontent

Nolens 65: "Hier gaat niemand op vervroegd pensioen"

Leonard Nolens’ 65e verjaardag werd gevierd met een deftig poëziefeest in de Antwerpse Bourlaschouwburg. Wie wil weten hoe consecratie er live uitziet, kwam zeker aan zijn trekken. Met de Prijs der Nederlandse Letteren als kers op de taart.
Bij aanvang van het spektakel heb ik veel zin om mijn recensentenpetje in de vestiaire te laten. Recenseer maar eens een verjaardagsfeest. Recenseer maar eens het verjaardagsfeest van een man voor wie je al je hele korte leven niets dan bewondering hebt. De setting is bekend: voor de organisatoren van Behoud de Begeerte is deze Bourlaschouwburg, decor van zovele Saint Amours, geen onbekend terrein. Voor de gelegenheid is de zaal volgepakt met 800 bewonderaars. Zoals dichter Maarten Inghels eerder op de dag tweette: “Is van de dood van Claus geleden dat [de Bourla] voor literatuur volliep.” (Al was dat stricto sensu ook het geval voor de laatste editie van Saint Amour) Dit showke is af, dat weet je bijna op voorhand. Het podium lijkt wel een tribune, waarop de fine fleur van het Vlaamse dichtersgild is neergestreken, met Piet Piryns als ceremoniemeester. Iedereen wordt vanavond overigens op het podium geafficheerd met de leeftijd erbij vermeld, zelfs Claude Debussy; hij zou 149 jaar oud geweest zijn. Nolens heeft iets met leeftijden, dat mag duidelijk zijn. Prijs De avond begint met een officiële noot. Daar is, immer als een duveltje uit een doosje, minister Pascal Smet. Smet godbetert. Heeft hij de bevoegdheid voor Cultuur plots overgenomen van zijn getergde collega Schauvliege? Heeft hij Pensioenen in portefeuille? Monumentenzorg? Niets van dat alles; de minister van Onderwijs is tevens voorzitter van de raad van ministers van de Taalunie en heeft “namens de samenleving” een verjaarscadeau meegebracht voor Nolens. De driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren. Waar zit Mark Eyskens toch als je hem nodig hebt? Vijfentwintig dichters dragen vanavond voor. Van de bekende jonge garde met Dangre, Inghels, Maud Vanhauwaert en Lies Vangasse over Charles Ducal en Dirk Van Bastelaere tot ouderdomsdekens als Mandelinck en Roger De Neef. In sommige teksten komt Nolens voor als personage, in ander wordt hij rechtsreeks aangesproken, in andere wordt hij niet vernoemd. (En in het werk van Van Bastelaere vergaat gewoontegetrouw de wereld.) Alle teksten van vanavond zitten overigens gebundeld in een handzaam boekje, een gelegenheidsuitgave van Nolens’ uitgever en het Vlaams Fonds voor de Letteren. Natuurlijk blijft dit gelegenheidspoëzie, met alle niveauverschillen van dien. Tjitske Janssen heeft haar tekst zelfs niet op tijd afgekregen en sleept de zaal dan maar mee in een rondje yoga. Paul Claes weet de essentie van het gelegenheidsgedicht nog het beste te benaderen, met onnozele rijmpjes en een uitsmijter die kan tellen: bij gebrek aan Hugo Claus wordt Nolens dan maar uitgeroepen tot “onze nieuwe Vlaamse leeuw.” Is dat een cadeau? Dagboek Staat de dichter Nolens vanavond in de schijnwerpers, gelukkig is ook de dagboekschrijver Nolens present. Ook dat cruciale deel van Nolens’ oeuvre komt krachtig aan bod, voorgedragen door Josse De Pauw, Dirk Roofthooft, Gilda De Bal, Vic De Wachter et j’en passe. Het mag ook wel, bij een huldiging als deze. Nolens heeft in die honderden pagina’s dagboeknotities als geen ander getuigenis afgelegd van het dichterschap als roeping en métier, de dagelijkse realiteit van een man die in een vlietend citaat getypeerd wordt als “iemand die van zijn ziel zijn beroep heeft gemaakt.” Opboksend tegen de dronken demonen van de ‘alcohel,’ de dictaten van een maatschappij waarin Nolens op zoek zou moeten naar een baan en geld en goed, in plaats van te schrijven. De schrijfkramp. Ook de doodsangst in al haar vormen, soms in paniek, soms behoorlijk tongue in cheek. Zo klinkt het aan de vooravond van een zware hartoperatie: “Ik zou ’t jammer vinden als er morgen niemand meer is om mijn gedichten te schrijven.” Engelbewaarder Er zijn woorden van lof en dank van Koen Van Bockstal, de nieuwe directeur van het Vlaams Fonds voor de Letteren en van Nolens’ redactrice bij Querido. De dichter krijgt ook zijn gloednieuwe verzameld werk overhandigd, het werk van ruim veertig jaar in één blauwe band. Dan is het woord aan Nolens zelf, die volgens de regie “10 tot 12 minuten” de tijd krijgt voor een dankwoord. Het Fonds voor de Letteren wordt bedankt. Een hoofdknik ook naar Luc Coorevits, die Nolens zo vaak een podium bood. En Nolens’ vrouw Leen, de engelbewaarster achter de schermen. Waarna de dichter het verzameld werk openslaat en bromt: “En nu ga ik de hele nacht uit dit boek voorlezen.” Enfin, toch de zeven resterende minuten lang. Nieuw werk, oud werk. Het laatste gedicht van de avond draagt de titel “Vermoeidheid.” Zou die inzetten, na een maand lang gefêteerd te worden? Wil Nolens terug naar zijn vertrouwde schrijfkamer? Nolens krijgt een staande ovatie van de 800 toeschouwers, met overtonen van een schuchter ‘happy birthday to you’ op het podium. De foyer loopt vol, le tout Anvers is op het appèl. In de inkomhal zit de gevierde dichter tegen de sterren op de gelegenheidsbundeltjes te signeren. Zo ziet dat er dus uit, de consecratie live. Het is verdorie hard werken. Had Yannick Dangre het dan toch bij het rechte eind, met zijn vers “Niemand gaat hier op vervroegd pensioen.” Foto: copyright Filip Claus Dit stuk verscheen eerder bij Knack Boeken

Reacties

Populaire posts van deze blog

Look back in anger: klassenoorlog onder een mansardedak

Op 8 mei 1956 speelt een klein maar ambitieus theatergezelschap in het Londense vestzaktheater “Royal Court” voor het eerst een stuk van de dan totaal onbekende theaterschrijver John Osborne. Met “Look back in anger” gaat de jonge Osborne frontaal in de aanval tegen het gezapige Britse theater van net na de Tweede Wereldoorlog. Maar achter het bravado van zijn nieuwe working class realisme worstelt Osborne met autobiografische demonen. Look back in anger is het verhaal van de 25-jarige Jimmy Porter en zijn vrouw Alison. Samen met de goeiige Welshman Cliff betrekken ze een zolderappartement in een grauw Brits industriestadje. Met Cliff als enige toeschouwer voeren Alison en Jimmy hun dagelijkse drama op. Jimmy, een selfmade intellectueel die zich laat voorstaan op zijn working class – ethos, werkt zijn frustraties uit op zijn vrouw, die hij enkele jaren eerder ontrukt heeft aan haar upper-class milieu. Het koppel leeft samen in een sfeer van gewapende vrede: de minste aanlei

Paul Brondeel: "Ik Blanke Kaffer"

Binnenkort is Kongo 50 jaar onafhankelijk. Tijd om een vergeten stukje van onze zo al schaarse Kongoliteratuur opnieuw onder het voetlicht te brengen. Veel literatuur heeft Vlaanderen niet overgehouden aan de kleine eeuw koloniaal bewind in Kongo. Er zijn de Kongoromans van Jef Geeraerts, maar verder? Was het koloniale avontuur te gênant om lang bij te blijven stilstaan, maar te weinig traumatisch om diepe sporen na te laten? Na veel zoeken vond ik Ik, Blanke Kaffer: het verhaal van een vervreemding , door Paul Brondeel. En wat blijkt? Misschien had Jef Geeraerts toch niet het laatste woord als het in de letteren over “onze” Kongo ging. Ik, blanke kaffer heeft wel wat elementen gemeen met Jef Geeraerts’ Congo - epos Gangreen 1: Black Venus : gespannen relaties met de zwarten, sloten whisky op de barza, een blanke hoofdfiguur die langzaam de pedalen verliest terwijl het koloniale wereldje waarin hij een minuscuul rolletje speelt zienderogen uit elkaar valt. Ergens hoeft dat niet te ver

De mogelijkheid van een ontsporing – Over Winst van Jeroen Olyslaegers

Deze recensie verscheen in het eerste nummer van Ons Erfdeel voor 2013.  Winst is het tweede deel van een nog te voltooien trilogie. Na de magistrale roman Wij (2009), breit Olyslaegers verder aan wat een ‘drieluik over onze ontspoorde tijd’ moet worden. Het kan geen kwaad om Wij er nog eens bij te nemen alvorens Winst aan te vatten, al laat Winst zich ook zonder die voorkennis lezen. Olyslaegers’ verteller Donald maakte bijvoorbeeld al zijn opwachting in Wij , als zoon van de bezeten cartoonist Georges. In Winst is het bangige kind van toen uitgegroeid tot een midlife kunsthandelaar. De tijden zijn grondig veranderd: speelde Wij zich nog af in een half-mythisch Spanje tijdens de recordzomer van 1976, dan verplaatst de actie zich in Winst naar een niet zo verre toekomst. De euro is gecrasht en vervangen door de Euromark, wat er van de Europese Unie overblijft is niet zo heel erg duidelijk en in Berlijn worden de eerste aanslagen gemeld van zogenaamde Abschied – Akku