Doorgaan naar hoofdcontent

Een knipoog achter de camera

Spaanse fotograaf Jordi Socías in Brussel

Het Brusselse centrum voor Spaanse cultuur Instituto Cervantes pakt uit met een overzichtstentoonstelling van fotograaf Jordi Socías. Vooral Socías’ foto’s uit de jaren ’70 houden de kijker een licht surrealistisch beeld voor van Spanje net na de val van Franco. Helaas komen Socías’ tegendraadse beelden in de rudimentaire opstelling van de Brusselse tentoonstelling niet helemaal tot hun recht.
Jordi Socías (°1945) is een van de belangrijkste Spaanse nieuwsfotografen van de afgelopen vijftig jaar. Naar aanleiding van zijn 65e verjaardag brengt Instituto Cervantes een selectie uit Socías’ werk in de vorm van een reizende tentoonstelling. Na Wenen doet die nu ook Brussel aan.

Wat meteen opvalt aan Socías’ beelden is hun terloopse flair. Socías laat zijn toeschouwers de belangrijkste gebeurtenissen in de recente Spaanse geschiedenis bekijken met de blik van een toevallige passant. Zo wordt de omwenteling na de dood van dictator Franco samengebald in één beeld: een parlementslid dat vertwijfeld opkijkt van de krant waarin nog net een paginagroot overlijdensbericht van de caudillo te zien is. Of enkele jaren later, het grofkorrelige beeld van soldaten voor het Spaanse parlementsgebouw bij de staatsgreep van 1981. Ook hier: de blik van de soldaat die de fotograaf in de gaten krijgt, een frons tussen strengheid en vertwijfeling. Voor dit soort situaties bestaan geen handboeken, en dat legt Socías in één oogwenk vast.


Ondanks het journalistieke opzet van zijn werk, houdt Socías zijn kijkers ook graag voor de gek. Zo fotografeert hij de Londense tourist trap Trafalgar Square alsof het een Afrikaans oorlogsgebied is, onder een dreigdende hemel. Ook door het oog van Socías’ camera is niet alles wat het lijkt.

Surrealisme

Het surrealisme is bij Socías dan ook nooit veraf. Dat wordt nog eens benadrukt door een imposant portret van Salvador Dali, dat de bezoeker tegemoet blikt bij het binnenkomen. Het surrealisme schemert ook door in het aangrijpendste beeld van de hele tentoonstelling, een groepsfoto van zes Latino’s in de Amerikaanse staat Texas. Drie corpulente heren van middelbare leeftijd, hun embonpoint vooruitstulpend in slechtzittende cowboy-outfits, met achter zich drie jammerende mariachi’s. Zorgelijke blikken, verwrongen schreeuwgezichten, gevat in een onwerkelijk cowboylandschap. De Bobbejaanlandachtige setting vormt een krap kader dat hun uitpuilende buiken amper lijkt te kunnen vatten. De voorouders van deze mannen waren Spanjaarden, Texas was ooit Spaans, maar van die glorie is op Socías’s foto niets meer te merken. Wat overblijft is een bevreemdende droefenis, een tafereel waarin niets of niemand echt op zijn plaats lijkt te zijn.


Socías is ook even zelf te zien op de tentoonstelling. Op een aandoenlijk zelfportret is de fotograaf te zien vlak na een hartoperatie, met het verband nog op de borst. De fotograaf toont zichzelf aan de wereld als een oude, kwetsbare man. Maar wel met een grijns op het gezicht.

Flyer

Het Instituto Cervantes brengt op die manier een beknopt overzicht van Socías’ veelzijdigste werk. Desondanks blijf je als bezoeker flink op je honger zitten. Niet zozeer het al bij al beperkte aantal foto’s stuit tegen de borst, maar wel het gebrek aan contextualisering of feedback bij de getoonde beelden. Slechts gewapend met enkele rudimentaire flyertjes word je de tentoonstelling binnengeloodst, zonder verdere uitleg, noch over de fotograaf, noch over de afgebeelde gebeurtenissen, ook al liggen die intussen decennia achter ons. De beelden van Socías, met hun aparte kijk op meer dan veertig jaar Spaanse cultuur en geschiedenis, hadden echt wel beter verdiend.

Jordi Socías, fotografia
Nog tot 26 februari 2011 in het Instituto Cervantes
Tervurenlaan 64, Brussel
Meer info: http://bruselas.cervantes.es/es/noticias_espanol/jordi_socias_maremagnum.htm

Reacties

Populaire posts van deze blog

Look back in anger: klassenoorlog onder een mansardedak

Op 8 mei 1956 speelt een klein maar ambitieus theatergezelschap in het Londense vestzaktheater “Royal Court” voor het eerst een stuk van de dan totaal onbekende theaterschrijver John Osborne. Met “Look back in anger” gaat de jonge Osborne frontaal in de aanval tegen het gezapige Britse theater van net na de Tweede Wereldoorlog. Maar achter het bravado van zijn nieuwe working class realisme worstelt Osborne met autobiografische demonen. Look back in anger is het verhaal van de 25-jarige Jimmy Porter en zijn vrouw Alison. Samen met de goeiige Welshman Cliff betrekken ze een zolderappartement in een grauw Brits industriestadje. Met Cliff als enige toeschouwer voeren Alison en Jimmy hun dagelijkse drama op. Jimmy, een selfmade intellectueel die zich laat voorstaan op zijn working class – ethos, werkt zijn frustraties uit op zijn vrouw, die hij enkele jaren eerder ontrukt heeft aan haar upper-class milieu. Het koppel leeft samen in een sfeer van gewapende vrede: de minste aanlei...

Adventures in Technicolor

Na het heengaan van Kameraad Kodak heeft Editions Migraine het een poos zonder prentjes moeten stellen. Maar daar komt nu verandering in. Gewapend met een toestel dat zo mogelijk nog prehistorischer is dan wijlen Kameraad Kodak struinde uw dienaar het afgelopen jaar rond, spaarzaam schietend en zonder enig idee wat het resultaat zou zijn. Maar genoeg getalmd: een eerste lading beelden. Met een béétje uitleg. Spreken ze niet voor zich? Het fenomeen Maud Oeyen werd als eerste op de gevoelige plaat vastgelegd, hier op het terras van een welbekend Leuvens café. "Uw roodtinten komen altijd goed uit,"zegt mij de man van de fotowinkel. Geef hem eens ongelijk? Afgelopen zomer eindelijk nog eens de tijd gevonden om Koksijde te bezoeken, in het gezelschap van Wim en Roxanne. Bij deze foto, genomen op het terras bij Santos, hanteerde Wim de camera. Geen zomer is compleet zonder een bezoek aan Watou . Deze dame viel te bewonderen in het Blauwhuys. Een foto op goed geluk:...

Paul Brondeel: "Ik Blanke Kaffer"

Binnenkort is Kongo 50 jaar onafhankelijk. Tijd om een vergeten stukje van onze zo al schaarse Kongoliteratuur opnieuw onder het voetlicht te brengen. Veel literatuur heeft Vlaanderen niet overgehouden aan de kleine eeuw koloniaal bewind in Kongo. Er zijn de Kongoromans van Jef Geeraerts, maar verder? Was het koloniale avontuur te gênant om lang bij te blijven stilstaan, maar te weinig traumatisch om diepe sporen na te laten? Na veel zoeken vond ik Ik, Blanke Kaffer: het verhaal van een vervreemding , door Paul Brondeel. En wat blijkt? Misschien had Jef Geeraerts toch niet het laatste woord als het in de letteren over “onze” Kongo ging. Ik, blanke kaffer heeft wel wat elementen gemeen met Jef Geeraerts’ Congo - epos Gangreen 1: Black Venus : gespannen relaties met de zwarten, sloten whisky op de barza, een blanke hoofdfiguur die langzaam de pedalen verliest terwijl het koloniale wereldje waarin hij een minuscuul rolletje speelt zienderogen uit elkaar valt. Ergens hoeft dat niet te ver...