Doorgaan naar hoofdcontent

Requiem voor de laatste cowboy

Dit schrijfsel werd door de jury van de Leuvense Write Now! - voorronde bedacht met een derde prijs. "Toch beloont de jury graag inzendingen die cowboys in het zonnetje zetten." Waarvan akte!


Wat drijft de laatste cowboy? Op dit moment is het een relevante vraag. Op het acute af relevant is die vraag. Immers: de laatste cowboy houdt het niet lang meer. De laatste cowboy heeft het zitten.

Met zijn pak van indigo jeans en de blutsen in zijn gezicht, met zijn ouderwetse walkman om de oren en een sigaret in zijn rechtermondhoek geschroefd, wacht de laatste cowboy op de bus. Temidden van de mensen. Die kijken naar de laatste cowboy. Want dat hebben ze nog nooit gezien. Eerst werden ze zeldzaam, cowboys. Toen waren er bijna geen meer. Nu is er nog één. En dan nog: die heeft het zitten. Die loopt niet ver meer. Desalniettemin stapt de laatste cowboy als eerste op de bus.

Het is niet altijd even fijn de laatste cowboy te zijn. Het geeft je zelfs geen recht op een zitplaats. Je mag niet gratis rijden. Als je vijfenzestig bent, mag je dat wel. De laatste cowboy weet nu echter met zekerheid dat hij daarop niet meer hoeft te hopen. Hij is wel oud want hij is de laatste, maar hij wordt geen vijfenzestig. Dat bedenkt de laatste cowboy en hij draait de volumeknop naar rechts. Loving Spoonful. Tom Jones. “Wake up Little Suzy” van de Everley Brothers. De mensen kijken hem vreemd aan. Ze hebben geen boodschap aan de laatste cowboy of aan zijn muziekjes. Ze wringen en drummen om niet in zijn buurt te staan. Wanneer de bus bij hun halte stopt, wringen ze zich langs hem heen naar de deur zonder zich te excuseren. “Waarom?” vraagt de laatste cowboy zich af. “Het heeft nog weinig nut. Ik heb het zitten. Voor mij hoeft het zo niet meer.”

Steeds leger wordt de bus, maar de laatste cowboy gaat niet zitten. Hij blijft tegen een stang geleund, klemt ze vast in de bochten, lijkt eraan vast te groeien. De weg leidt langs weiland. De laatste cowboy ziet de koeien. Hij ziet het prikkeldraad. De koeien achter het prikkeldraad. Een moment later zijn ze weer weg. De laatste cowboy krijgt de tranen in de ogen. Hij snikt. De bus rijdt immer rechtdoor. De mensen staren de laatste cowboy aan. Het doet hem iets maar ook niet veel. De laatste cowboy snuit zijn neus en snikt. “Ik heb het zitten,” mompelt hij, maar niemand die het hoort.

Bij de laatste halte stapt de laatste cowboy uit. Achter hem klappen de portieren dicht. De chauffeur blijft hem nog lang nastaren, in de achteruitkijkspiegel. De laatste cowboy, een terugblik. “De laatste,” denkt de laatste cowboy. “Hij ziet me niet meer terug. Ik hem evenmin. Dag. Hij keek niet eens vriendelijk.” De laatste cowboy steekt een sigaret op en slentert bij de bushalte vandaan. Hij heeft geen haast.

Bij het knapperende haardvuur kijkt de laatste cowboy naar het testbeeld. Hij zou wel een borrel lusten, maar de fles is leeg en de winkels zijn dicht. Hij zou wel een hotdog lusten, maar hij heeft geen honger. Er beweegt niet veel op het scherm. De laatste cowboy laat zich achteroverzakken en knijpt zijn ogen stijf dicht tot er één traan over zijn neus glijdt en op de glitterknopen van zijn indigo hemd valt. “Is dit nu melancholie?” vraagt hij zich af. Buiten ruist af en toe een auto voorbij, loeit een koe. De laatste cowboy heeft geen flauw idee. Aan wie moet hij het vragen? Hij is de laatste. En binnenkort, ja heel binnenkort, is er zelfs geen laatste cowboy meer.

Immers, hij heeft het zitten. De dokter heeft het gezegd en er is niets meer aan te doen. De laatste cowboy heeft het zitten.

De laatste cowboy doet niet eens de moeite om te bedenken wat hij nog allemaal zou willen doen. Het zijn teveel dingen om op te noemen, teveel om nog snelsnel aan te beginnen voor het te laat is. Want het is al héél laat voor de laatste cowboy. Nog geen vijf voor twaalf maar het scheelt niet veel. De horizon is al in Cinemascope en Technicolor op het scherm te zien, de muziek zwelt al aan. Het is enkel wachten op de grote, glanzende krulletters “The End.” Aldus.

Er beweegt niet veel op het scherm. Stokstijf naast het haardvuur staart de laatste cowboy ernaar. “Waarom?” denkt de laatste cowboy. “Wat is hiervan de zin?” Ook hier tikt het klokje zoals het nergens anders tikt. Hoewel. Steeds in dezelfde richting. Gestaag voorbij de vijf van vijf voor twaalf. Buiten ruist af en toe een auto voorbij, loeit een koe. “Een koe/ is een merkwaardig beest,” denkt de laatste cowboy. Zonder bijgedachten denkt hij dat. Hij zet zijn walkman op en draait de volumeknop naar rechts. Bobbejaan Schoepen. Hank Williams. De laatste cowboy pinkt een traantje weg. “Een mooi gevoel, melancholie,” denkt hij. “Alleen spijtig van dat gesnotter.”

Wat drijft de laatste cowboy? Voor wie moet hij het nog doen? Voor wie haalt hij zijn hoed van de haak? Waarom brengt hij op gezette tijden zijn indigopak naar de stomerij? Voor wie poetst hij zijn laarzen?

“Voor wie?” denkt de laatste cowboy. “Waarom?”
Hij pookt in het smeulende haardvuur. Zonder haast. Zonder veel overtuiging. Pookt de laatste cowboy in het smeulende haardvuur. Hij houdt het niet lang meer. Hij heeft het zitten. En wat dan nog.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Look back in anger: klassenoorlog onder een mansardedak

Op 8 mei 1956 speelt een klein maar ambitieus theatergezelschap in het Londense vestzaktheater “Royal Court” voor het eerst een stuk van de dan totaal onbekende theaterschrijver John Osborne. Met “Look back in anger” gaat de jonge Osborne frontaal in de aanval tegen het gezapige Britse theater van net na de Tweede Wereldoorlog. Maar achter het bravado van zijn nieuwe working class realisme worstelt Osborne met autobiografische demonen. Look back in anger is het verhaal van de 25-jarige Jimmy Porter en zijn vrouw Alison. Samen met de goeiige Welshman Cliff betrekken ze een zolderappartement in een grauw Brits industriestadje. Met Cliff als enige toeschouwer voeren Alison en Jimmy hun dagelijkse drama op. Jimmy, een selfmade intellectueel die zich laat voorstaan op zijn working class – ethos, werkt zijn frustraties uit op zijn vrouw, die hij enkele jaren eerder ontrukt heeft aan haar upper-class milieu. Het koppel leeft samen in een sfeer van gewapende vrede: de minste aanlei...

Verhuizing

Dames, heren, na vier jaren verblijf in deze hoek van het internet, verkast mijn schrijfonderneming naar een nieuw stekje op het web.   Het is nog kraaknieuw, het is nog even wennen en het is nog niet helemaal gemeubileerd, maar je kunt er zeker wel een kijkje nemen. Daarmee valt ook het doek over deze blog. Niet dat de updates in het verleden zo talrijk waren, maar vanaf heden kunt u voor recente artikelen, foto's en blogberichten terecht op mijn nieuwe website. Editions Migraine wordt zo het online archief van mijn bezigheden tussen 2009 en voorjaar 2013. Ik dank trouwe bezoekers van deze blog voor hun interesse, en hoop u allen snel terug te zien op michielleen.be

Adventures in Technicolor

Na het heengaan van Kameraad Kodak heeft Editions Migraine het een poos zonder prentjes moeten stellen. Maar daar komt nu verandering in. Gewapend met een toestel dat zo mogelijk nog prehistorischer is dan wijlen Kameraad Kodak struinde uw dienaar het afgelopen jaar rond, spaarzaam schietend en zonder enig idee wat het resultaat zou zijn. Maar genoeg getalmd: een eerste lading beelden. Met een béétje uitleg. Spreken ze niet voor zich? Het fenomeen Maud Oeyen werd als eerste op de gevoelige plaat vastgelegd, hier op het terras van een welbekend Leuvens café. "Uw roodtinten komen altijd goed uit,"zegt mij de man van de fotowinkel. Geef hem eens ongelijk? Afgelopen zomer eindelijk nog eens de tijd gevonden om Koksijde te bezoeken, in het gezelschap van Wim en Roxanne. Bij deze foto, genomen op het terras bij Santos, hanteerde Wim de camera. Geen zomer is compleet zonder een bezoek aan Watou . Deze dame viel te bewonderen in het Blauwhuys. Een foto op goed geluk:...