Vrijdagavond. Regenweer en niets te beleven. Op kot gebleven. Hoewel ik goed genoeg weet wat er vanavond te doen is. Waar het te doen is. Hoeveel een toegangskaart kost en wie er allemaal naartoe gaat. En dat je maandag aan al die mensen gaat moeten uitleggen waarom je er niet was. * Eigenlijk is het aan jou om naar haar toe te gaan en te zeggen: “het zou me verblijden indien u etc…”, maar dan wat vlotter, in je eigen woorden, weet ik veel, je legt het zo aan boord dat er op de bewuste avond alleszins iemand is met wie je samen gesignaleerd wordt op de dansvloer, aan de bar, desgewenst smiespelend en slijmerend in een hoekje. Liefst iemand van het andere geslacht. Dat staat ook leuk op de foto, achteraf. * Ach, wat te doen? Een sigaret roken ( en nog een) (en nog een) om iets anders te doen te hebben dan op je horloge kijken? Zwarte gedachten kweken en naar het plafond staren tot je jezelf tot poète maudit uitroept? Vervolgens die titel drie keer luidop uitspreken en besluiten dat het ...
Verzameld Werk van Michiel Leen