vrijdag 14 december 2012

Interview James K. Galbraith “Besparingswoede leidt van zelfbegoocheling tot zelfvernietiging”




De Amerikaanse econoom James K. Galbraith heeft geen hoge pet op met de manier waarop de EU en de VS de economsiche crisis proberen in te dammen, en dat laat hij tijdens zijn Brusselse doortocht ook blijken. Een gesprek over vijf jaar crisis, de terugkeer van business as usual en het rampzalige potentieel van ijzeren besparingsmaatregelen. “Je moet je afvragen hoelang het duurt eer de situatie ontaardt in geweld.”
De naam Galbraith doet bij economen al langer een belletje rinkelen, al was het maar door het werk van uw vader, die met boeken als American Capitalism, The affluent society en The New industrial state kritische kanttekeningen plaatste bij de ontwikkleing van de Amerikaanse economie in de nasleep van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog  . Zijn er parallellen met de manier waarop u naar de huidge crisis kijkt?

Ik probeer zo min mogelijk mee te surfen op de reputatie van mijn vader. Maar ik deel wel zijn overtuiging dat er in de wereld van de high finance eigenlijk nooit echt iets nieuws gebeurt. Mijn vader legde als een van de eersten een directe link tussen de beurscrash van 1929 en de Grote Depressie die daarop volgde. We kunnen het nu amper voorstellen, maar destijds was dat een controversieel standpunt. Er bestaat zoiets als een cycle of denial: de negatie van het feit dat  een debacle in de financiële wereld  gevolgen heeft voor de reële economie. Milton Freedman bouwde zijn carrière deels op de theorie dat niet de beurscrash, maar wel de federal reserve ( de Amerikaanse schatkist, nvdr) de crisis had veroorzaakt.  Uit de crisis van de jaren ’30 kun je echter ook leren dat enkel een hervorming van het bankwezen niet volstaat om een economische crisis tegen te gaan. De grote omslag kwam er pas bij de New Deal  medio jaren ’30. Al is de impact van de maatregelen die toen werden genomen, in de jaren ’90 en 2000 alweer helemaal uitgehold.

Spreken we in de VS en Europa over dezelfde crisis?

In essentie wel, ja. Beide continenten zien de groeimodellen waarop ze sinds de Tweede Wereldoorlog  hun economie baseerden, in elkaar stuiken.  Beiden  worden geconfronteerd met wat in essentie een schuldencrisis is. Alleen: in de VS gaat het voor het merendeel om private schulden, in Europa zijn de schulden publiek. Privéschulden ebben weg na een tijdje: ofwel betalen mensen ze uiteindelijk af, ofwel gaan ze failliet en worden ze uit hun huis gezet, met alle menselijk leed dat daarmee gepaard gaat. Maar dat zijn private aangelegenheden, geen systemische gebeurtenissen. In Europa is het een heel ander verhaal. Een land dat zijn schuldenlast niet meer kan dragen, ziet zijn openbare instellingen bezwijken. Kijk maar naar Griekenland, Spanje en Portugal.
Wat nu dat institutionele betreft, zijn er ook enorme verschillen tussen VS en EU. Wie denkt dat de VS het helemaal zonder publieke instellingen stelt, dwaalt. Er is evengoed een federaal budget, met ziekteverzekering voor ouderen en armen, een federaal ambtenarenapparaat, een minimumloon. Kortom: een netwerk van instellingen dat over het gehele continent voor een zekere stabiliteit zorgt. In Europa daarentegen zie je een continent met instellingen op het niveau van de lidstaten. Instellingen die bovendien vooral sterk staan in de economisch sterkere landen van Noord – Europa. In het Zuiden staan ze traditioneel minder sterk én worden ze nu nog extra onder druk gezet door de crisis. De effecten van de crisis zijn dus vooral te voelen in één Europese regio, wat in de VS niet het geval is.

In nogal wat Europese hoofdkwartieren geldt ‘de buikriem aanhalen’ en besparen  als crisisrecept. U bent het daarmee niet eens?

Besparingswoede zet enkele een vicieuze cirkel in gang van zelfbegoocheling en zelfvernietiging. Het is misschien waar dat een gezin dat zich geconfronteerd ziet met schulden, zich uit de schuld kan werken door minder uit te geven en met het bespaarde geld de schuld af te betalen. Echter, een staat kan die aanpak niet zomaar overnemen.  Een staatshuishouding hangt af van belastinginkomsten, en die hangen af van de sterkte van de economie. Blinde besparingen zetten net die belastinginkomsten onder zware druk. Daardoor raken binnenlandse instellingen in moeilijkheden, met als resultaat een verslechterd binnenlands investeringsklimaat, waardoor bedrijven nog meer  in moeilijkheden komen. En dan is de vicieuze cirkel rond. De enige optie die burgers in een dergelijke situatie nog hebben, is vertrekken, met een brain drain tot gevolg. Opnieuw is Griekenland een al te treffend voorbeeld.

Hoelang heeft de EU nog om die situatie recht te trekken?

Who knows? Je moet je afvragen hoe lang het duurt vooraleer een onstabiele economische en socaile situatie ontaardt in zwaar geweld. De voortekenen zijn daar. En, nog verontrustender, de precedenten evenzeer. We kunnen het ons nu nog amper voorstellen, maar toen ik ongeveer 40 jaar geleden mijn eerste stappen als econoom zette, was iedereen in het wereldje gefascineerd door Joegoslavië. Toendertijd gold dat als en stabiel land, er werd zelfs gesproken over ‘het Joegoslavische arbeidsmarktmodel’ zoals men dat nu vaak doet over het ‘Duitse model.’ We weten echter allemaal hoe het Joegoslavië in de jaren ’90 vergaan is: geavanceerde samenlevingen zijn niet immuun voor uitbarstingen van geweld wanneer de interne spanningen onhoudbaar worden.
Hebt u dan een sluitend anti-crisisrecept?
Eerst en vooral heb je schuldherschikking nodig; de schuld moet terechtkomen op een plaats waar hij gedragen kan worden. Dat is op zich niet nieuw: elke grote schuldencrisis eindigt met schuldherschikking, sla je geschiedenisboek er maar op na. Dat brengt ook een hervorming van het bankensysteem met zich mee. Daarna moet je inkomsten genereren voor de mensen in de meest getroffen gebieden. Volgens mij ontbreekt dat cruciale aspect nu compleet in de Europese aanpak van de crisis. Er zijn wel fondsen voor regio-ondersteuning, maar die zijn enerzijds te klein, en anderzijds ontbreekt in een aantal van de meest getroffen lidstaten gewoon de knowhow om die fondsen effectief in te zetten.  Idealiter omzeil je de nationale besturen en zorg je dat het geld rechtstreeks bij de mensen raakt. Een aanpak die kortom erg doet denken aan de New Deal in de jaren ’30: Roosevelts crisisplan, met grote publieke investeringen, zorgde ervoor dat het sterk verarmde, rurale Zuiden van de VS weer een mate van economische stabiliteit kreeg.

Het Keynesianisme maakt voorwaar weer opgang?

Een trend die ik met nogal wat argwaan bekijk. De crisis duurt nu al ongeveer 5 jaar. In de eerste jaren na de crisis waren nogal wat economen ervan overtuigd dat we er vanzelf weer uit zouden komen. Ik kan niet zeggen dat de feiten hen tot nu toe gelijk hebben gegeven. De vraag die ik die neo-Keynesianen wil voorleggen is dan ook de volgende: willen jullie het Keynesiaanse model tot in zijn consequentie uitvoeren,  of moet het enkel dienen als een snelle injectie stimulantia om zo snel mogelijk weer business as usual te kunnen doen, kortom: terug te keren naar de praktijken die uitgerekend deze crisis hebben veroorzaakt?  Vergelijk het met een doodzieke patiënt op de spoedafdeling. Uiteraard zal die zich beter voelen na een dosis opwekkende medicatie, maar om nu te zeggen dat hij genezen is?

Intussen ziet het er niet naar uit dat de actoren die de schuldencrisis vijf jaar geleden mee op gang brachten, een straf te vrezen hebben.

Strikt criminele vervolging hangt de meesten inderdaad niet boven het 
hoofd. Niettemin zie je in de VS toch een massa fraudeclaims tegen grote bankinstellingen, zoals Bank of America, dat met Countrywide misschien wel het meest fraudeleuze hypotheekproduct uit het hele subprime - gamma in de portefeuille had.  Er zou 300 miljard dollar aan claims op het spel staan. Zelfs naar Amerikaanse bankiersnormen is dat hoegenaamd geen peulschil. En die aantallen zal enkel nog toenemen.

Tot slot: Barack Obama begint aan zijn tweede ambtstermijn. Wat kan hij doen om de crisis in eigen land, maar waarschijnlijk ook daarbuiten, in te dammen?

We weten momenteel niet eens hoe het Witte Huis om zal gaan met Obama’s  opmerkelijk sterke herverkiezing. Vergeet niet dat er tot midden afgelopen zomer rekening werd gehouden met een overwinning voor de Republikeinen. Nu Obama ook een sterke Senaat achter zich heeft, zie je dat ook de verdedigers van socialezekerheidsprogramma’s als Medicare en Medicaid een tweede adem vinden. Alleen: we weten dus niet hoe Obama daarop zal reageren. Tijdens de vorige legislatuur moest er heel wat water bij de wijn gedaan worden om zijn beleidsplannen goedgekeurd te krijgen ten overstaan van een hoofdzakelijk vijandig Huis van Afgevaardigden. Nu liggen de kaarten heel anders. Met een sterkere politieke verankering van de Democraten, zou het vanaf januari wel eens heel snel kunnen gaan met Obama’s crisisbeleid.